Literatuur
- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 4: Ramen, deuren, kozijnen. Amsterdam (Kosmos), 1932voorwoord\2e druk. [387 blz. ISBN -]. Hierin "Binnendeuren": blz. 64-90
- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin "Binnendeur": blz. 127 (ook: 'kamerdeur')
- Mielke, Heinz‑Peter, "Onderzoek naar huizen op het platteland en daarmee samenhangende volkskundige aspecten van het boerenleven". In: Hertogdom Gelre, deel 1: Historische bijdragen. Gelre, Geldern, Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre. Redactie: Johannes Stinner & Karl‑Heinz Tekath. Geldern (Verlag des Historischen Vereins für Geldern und Umgegend), 2001. [527 blz. ISBN voor beide delen samen: 90.5345.194.3], blz. 301‑314. Hierin: blz. 310 ("De Nederrijnse huisdeur is oorspronkelijk een in tweeën gedeelde staldeur (halfdeur) [...]. Tussendeuren waren eenvoudige planken deuren, die bij grote eetpartijen bij gebrek aan een geschikte tafel uit de scharnieren werden gehaald en als tafel dienst deden.")
- Jans, Everhard, "Het restaureren van Twentse boerderijen". In Bulletin KNOB [ISSN 0166.0470], 2003 (jrg 102, nr 2), blz. 72-77. Hierin "Binnen- en buitendeuren": blz. 75